student asking question

Wat betekent buzz? Kunt u mij enkele voorbeelden geven?

teacher

Antwoord van de moedertaalspreker

Rebecca

Buzzbetekent gerucht, roddel of gerucht. In deze video vertelt hij over de controverse die de krantenkoppen haalde toen de foto werd vrijgegeven. Hier is een voorbeeld. Ja: A: What's all the buzz about? (Waar gaan alle geruchten over?) B: Apparently, Justin has feelings for Alice. (Ik heb gehoord dat Justin gevoelens heeft voor Alice.) A: Really? Wow. (Echt waar? Wauw.) Voorbeeld: The latest buzz is about the band going on tour. (Het laatste gerucht was dat de band op tournee zou gaan.) Ja: A: Did you hear? (Heb je dat gehoord?) B: Hear what? (Waarvoor?) A: All the buzz about Mr. Johnson. Apparently he was fired today! (Geruchten over meneer Johnson, hoorde ik, hij werd vandaag geknipt!) B: Oh my gosh wow! (OMG!)

Populaire Q&A's

04/27

Maak de expressie compleet met een quiz!